(Waarschuwing) Preventieve stillegging

Op 1 januari 2013 is de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving (Stb. 2012, 462) in werking getreden (Stb 2012, 498). Eén van de doelstellingen van deze wet is het streng aanpakken van overtredingen door bedrijven van de arbeidswetten. De arbeidswetgeving beschermt werknemers onder meer tegen slechte arbeidsomstandigheden, onderbetaling, illegaliteit en verdringing van de arbeidsmarkt. De arbeidswetgeving draagt ook bij aan eerlijke concurrentie tussen werkgevers.

Met de aanscherping van het sanctie- en maatregelenbeleid maakt de regering duidelijk dat er in Nederland geen plaats is voor bedrijven die de wettelijke normen inzake arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen niet na willen leven. Een maatregel in het kader van het aangescherpte beleid is de mogelijkheid om werkzaamheden stil te leggen wanneer bedrijven herhaaldelijk de arbeidswetgeving overtreden. De regering gaat ervan uit dat van deze maatregel een sterk preventieve werking uitgaat; werkgevers zullen niet het risico willen nemen dat als gevolg van het herhaaldelijk niet naleven van de arbeidswetgeving, werkzaamheden binnen hun bedrijf stilgelegd zullen worden. Ook omdat hierbij niet is uitgesloten dat het bedrijf als gevolg van deze maatregel zijn activiteiten tijdelijk moet staken.

De Nederlandse Arbeidsinspectie kan (werkzaamheden van) een bedrijf dat meerdere keren één van de arbeidswetten overtreedt, stilleggen op grond van de Beleidsregel preventieve stillegging arbeidswetten.

Deze sanctie kan worden ingezet bij overtredingen van de volgende wetten:

  • Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)
  • Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml)
  • Wet arbeid vreemdelingen (Wav)
  • Arbeidstijdenwet (Atw)
  • Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi)

Voordat de Nederlandse Arbeidsinspectie over kan gaan tot preventief stilleggen, moet een bedrijf eerst zijn gewaarschuwd. Een bedrijf ontvangt dan van de Nederlandse Arbeidsinspectie een waarschuwing preventieve stillegging. De procedure hieromtrent is hieronder weergegeven onder A. De procedure omtrent het overgaan tot het preventief stilleggen van werkzaamheden is hieronder weergegeven onder B. 

A. Waarschuwing preventieve stillegging

Een bevel tot preventieve stillegging van werkzaamheden kan pas worden gegeven nadat eerst een waarschuwing is gegeven. In beginsel wordt bij de tweede overtreding (naast de boete voor de overtreding) een waarschuwing gegeven. Een stillegging kan aan de orde zijn bij de derde keer dat dezelfde of een soortgelijke overtreding wordt begaan. Bij ernstige overtredingen kan de waarschuwing bij de eerste overtreding worden gegeven en kan een stillegging volgen bij de tweede overtreding. Op de volgende pagina is aangegeven welke overtredingen als ernstig zijn aangemerkt.

Geldigheidsduur

De waarschuwing preventieve stillegging vervalt indien na de dagtekening van de waarschuwing vijf jaren zijn verstreken.

Voornemen waarschuwing preventieve stillegging

De Nederlandse Arbeidsinspectie beoordeelt of er sprake is van een herhaling van een overtreding, soortgelijke overtreding of ernstige overtreding. Als wordt vastgesteld dat hiervan sprake is, kan een bedrijf een waarschuwing preventieve stillegging van werk krijgen. Er wordt dan eerst een voornemen tot het geven van een waarschuwing preventieve stillegging van werk gegeven. Hierin staat het voornemen om een bedrijf een waarschuwing te geven en de grondslag voor het voornemen.

Zienswijze

Een bedrijf kan binnen twee weken na de datum van het voornemen tot het geven van een waarschuwing preventieve stilleging van werk hierop schriftelijk reageren. De reactie wordt zienswijze genoemd. In de zienswijze kan bijvoorbeeld worden aangegeven waarom een bedrijf het niet eens is met de waarschuwing en welke maatregelen eventueel zijn getroffen om verdere overtredingen te voorkomen. Als er geen zienswijze wordt ingediend, heeft dit verder geen gevolgen voor het recht om in bezwaar en (hoger) beroep te gaan.

Beschikking inzake waarschuwing preventieve stillegging van werk

Nadat de termijn voor het indienen van de zienswijze is verstreken, ontvangt een bedrijf een beschikking inzake waarschuwing preventieve stillegging van werk. Hierin staat of een bedrijf wel of geen waarschuwing krijgt. Indien er een zienswijze is ingediend, wordt daarop gereageerd in de beschikking inzake waarschuwing preventieve stillegging van werk.

Bezwaar maken

Als een bedrijf het niet eens is met de gegeven waarschuwing, kan hiertegen bezwaar worden gemaakt. Dit kan door binnen zes weken na de datum van de beschikking inzake waarschuwing preventieve stillegging van werk, een bezwaarschrift in te dienen bij:

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
t.a.v. Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden
Bureau Ondersteuning
Postbus 90801
2509 LV Den Haag

Vervolgens wordt de beschikking inzake waarschuwing preventieve stillegging van werk heroverwogen. Indien gewenst vindt er eerst een hoorzitting plaats, waarin het bedrijf de redenen van bezwaar nader kan toelichten. Besloten kan worden de waarschuwing in stand te laten of in te trekken. Tegen de beslissing op bezwaar kan in beroep worden gegaan bij de bestuursrechter.

Beroep bij de rechter

Wordt het bezwaar afgewezen en is een bedrijf het hiermee niet eens? Dan kan er beroep worden aangetekend bij de rechtbank, sector Bestuursrecht. Dit moet binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het bezwaarschrift aan een bedrijf bekend is gemaakt, worden gedaan. In de beslissing staat bij welke rechtbank dit beroep kan worden ingediend. Hiervoor moet 'griffierecht' worden betaald. De actuele hoogte van het griffierecht is te vinden op de website rechtspraak.nl.

Hoger beroep bij de Raad van State

Indien een bedrijf het niet eens is met de uitspraak van de bestuursrechter, kan er hoger beroep worden aangetekend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hoger beroep moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop de uitspraak door de rechtbank is gedaan. Ook hiervoor moet 'griffierecht' worden betaald.

Indien de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het niet eens is met de uitspraak van de bestuursrechter, kan deze ook hoger beroep aantekenen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

B. Bevel preventieve stillegging

Wanneer de waarschuwing preventieve stillegging is gegeven en weer dezelfde of een soortgelijke overtreding wordt geconstateerd, kan een bevel preventieve stillegging worden gegeven. Het verschil is dat bij het bevel ook daadwerkelijk het bedrijf stil wordt gelegd. Een bevel preventieve stillegging is, net als de waarschuwing preventieve stillegging, een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen de beslissing om preventief stil te leggen staat tevens bezwaar en beroep open, zoals ook hierboven is beschreven in het kader van de procedure omtrent het geven van een waarschuwing.

Stil te leggen werkzaamheden

In beginsel worden de werkzaamheden stilgelegd die samenhangen met de overtredingen die zijn begaan. In de Beleidsregel preventieve stillegging arbeidswetten is dit verder uitgewerkt. Bij het aanwijzen van stil te leggen werkzaamheden wordt rekening gehouden met de maatschappelijke gevolgen. Ook wordt rekening gehouden met de economische gevolgen voor derden en met de aard en omvang van de overtreding. De nadelige gevolgen van een preventieve stillegging mogen namelijk niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

Duur van de stillegging

Een preventieve stillegging duurt, afhankelijk van de concrete feiten en omstandigheden van het geval, minimaal één maand en maximaal drie maanden. In de regel gaat de preventieve stillegging een week na dagtekening van het bevel tot preventieve stillegging in. De stillegging wordt niet opgeheven als de overtreding is beëindigd, maar duurt altijd de periode waarvoor hij is opgelegd. De Nederlandse Arbeidsinspectie zal regelmatig controleren of een opgelegde preventieve stillegging ook wordt nageleefd. Het niet naleven van de preventieve stillegging is een misdrijf in de zin van het strafrecht. Bij niet naleven zullen bestuursdwangmaatregelen worden genomen en kan tevens strafrechtelijke vervolging worden ingesteld.