Aan de slag met arborisico's en cultuur van veilig en gezond werken
Verhalen uit de praktijk
Doen verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg (VVT) voldoende om de fysieke en psychosociale arbeidsbelasting (PSA) van hun werknemers te beperken? Waar hebben deze werknemers het meeste last van en wat zijn daarvan de oorzaken?
Vanaf mei 2022 zocht de Nederlandse Arbeidsinspectie naar antwoorden op deze vragen. De betrokken stakeholders moeten met deze inzichten aan de slag. De Inspectie voert momenteel de druk op bij VVT-organisaties om de risico's beter te beperken door het uitvoeren van inspecties waarbij zo nodig gehandhaafd wordt. Uiteindelijk moeten de werknemers merken dat hun fysieke en PSA-belasting daalt.
Peter de Groot en Anita Hertogh zijn respectievelijk programmamanager en projectleider van het programma PSA, arbeidsmarktdiscriminatie en fysieke belasting bij de Nederlandse Arbeidsinspectie. In arbo-onderzoeken, zoals de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van het CBS en TNO, springt de zorg er volgens hen eigenlijk altijd uit als probleemsector, op het terrein van fysieke belasting, werkdruk en ongewenst gedrag.
Ontwikkelingen
Anita wijst daarbij naar een enkele ontwikkelingen: 'Door de arbeidsmarktkrapte is er een tekort aan zorgmedewerkers, terwijl de zorgvraag vanwege de vergrijzing toeneemt. Daarnaast wordt het zorgwerk steeds zwaarder. Mensen blijven langer thuis wonen en hebben daar dus zwaardere zorg nodig. Weliswaar verblijven ze daardoor misschien korter in het verpleeghuis, maar eenmaal in het verpleeghuis hebben ze daar meestal ook behoefte aan zwaardere zorg.'
Gevolgen
De gevolgen zijn volgens Peter duidelijk. 'De zorg kent hoog en langdurig verzuim. Ook het verloop van medewerkers is hoog. Vooral jonge medewerkers stromen uit, onder meer vanwege gebrek aan steun en sfeer op de afdeling. Als we de zorg in Nederland houdbaar willen houden, moeten we zuinig zijn op de medewerkers.'
Cultuuronderzoeken en verkenningen
Vanwege de grote problemen met fysieke en psa-belasting in deze sector deed de Nederlandse Arbeidsinspectie vanaf mei 2022 cultuuronderzoeken en verkenningen in de VVT. Peter: 'Bij de cultuuronderzoeken hebben we gekeken in hoeverre organisaties bij de beheersing van fysieke en psychosociale arbeidsbelasting aandacht besteden aan een cultuur van gezond en veilig werken. Op 4 thema's hebben we de bestuurders een spiegel voorgehouden: leiderschap, prioriteit, participatie van werknemers en leerfocus.' Anita: 'Bij de verkenningen hebben we achterhaald waar zorgmedewerkers het meeste last van hebben - denk aan agressie, discriminatie, ongewenst gedrag en werkdruk -, wat daarvan de oorzaken zijn en hoe je zou kunnen interveniëren.'
Aanpak onderzoek
'In eerste instantie hebben we stukken opgevraagd om het arbobeleid in zorgorganisaties te kunnen beoordelen', licht Anita toe. 'Vervolgens hebben onze inspecteurs gesprekken gevoerd met ruim 500 bestuurders, leidinggevenden, werknemers, HR-functionarissen, preventiemedewerkers, vertrouwenspersonen en ondernemingsraden.'
Veel gaat goed, maar borging niet altijd op orde
Gelukkig blijkt er in de VVT veel goed te gaan, aldus Anita. 'Vrijwel alle zorgorganisaties hebben bijvoorbeeld een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en een bijbehorend Plan van aanpak. Ze zijn zich dus bewust van nut en noodzaak van goede arbeidsomstandigheden. Toch is er uitval, omdat de risico's niet goed genoeg geïnventariseerd zijn of de borging en uitvoering van het beleid niet altijd op orde zijn. Neem fysieke belasting. Als een organisatie hulpmiddelen in huis heeft, zoals tilliften en hooglaagbedden, die niet of niet goedworden gebruikt, krijgen zorgmedewerkers alsnog last van hun rug.'
Cliënt centraal, werknemer op 1
Anita en Peter zien grote verschillen tussen VVT-organisaties, afdelingen en zelfs personen. Dat zit 'm vooral in de mate waarin prioriteit aan het arbobeleid wordt gegeven. En die is vooral afhankelijk van de achterliggende cultuur. 'Cliënten staan vaak op 1', zegt Peter. 'Organisaties en hun medewerkers zijn enorm toegewijd aan goede zorg voor hen. Maar cliënten en werknemers zouden eigenlijk samen op 1 moeten worden gezet. Alleen dat leidt tot minder klachten, minder verzuim en minder verloop, tot meer werkplezier en uiteindelijk tot betere zorg. De partijen in de zorg hebben zelf het manifest De medewerker op 1 ondertekend. Daar moet nu invulling aan worden gegeven. De medewerker op 1 betekent dat teams met elkaar in gesprek moeten gaan, bijvoorbeeld over fysieke belasting of werkdruk, en dat medewerkers zich veilig moeten voelen om dat gesprek te voeren.' Anita vult aan: 'De stijl van leidinggeven of de sfeer op de afdeling kunnen daarbij een rol spelen. Sommige managers geven leiding op afstand, andere managers werken mee en weten daardoor beter wat er op de werkvloer gebeurt.' VVT-organisaties moeten goede afwegingen maken welk type leiderschap bijdraagt aan het beperken van fysieke en psa-belasting voor werknemers, het toezicht op de naleving en het bespreken van klachten en knelpunten.
Voorlichting en bewustwording
Langs 5 rode draden ziet de Arbeidsinspectie verbetermogelijkheden voor alle lagen in de VVT-organisatie. Rode draad 1 betreft meer aandacht voor voorlichting over en bewustwording van de arborisico's. 'Te weinig aandacht kan tot ongewenst gedrag van cliënten of collega's leiden, zoals agressie, discriminatie, pestgedrag, roddel en uitsluiting', vertelt Anita. 'Voorlichting en bewustwording moeten dan ook in het DNA van de hele organisatie zitten. Nu zie je vaak dat medewerkers zich niet bewust zijn van de risico's, ook al staan die wel in een Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Vaak is de voorlichting daarover verwaterd. Dit kun je voorkomen door medewerkers gestructureerd op te leiden en hen te betrekken, bijvoorbeeld bij risico-inventarisaties. Inzet van agressie- en ergocoaches, die op de werkvloer met de medewerkers meelopen, werkt ook goed.'
Prioriteit
Rode draad 2 betreft het geven van prioriteit aan het beheersen van arborisico's door leidinggevenden, management en bestuur. 'Dat gebeurt te weinig', aldus Peter. 'Misschien wel in woord, maar nog niet in daad. Dit heeft meestal te maken met keuzes. Een paar voorbeelden. Medewerkers gaan zorghulp verlenen terwijl er geen hulpmiddelen zijn. Of ze denken dat agressie en ongewenst gedrag er gewoon bij horen. Nee, die horen niet bij het werk. Er moet dus krachtig worden opgetreden. Spreek cliënten en hun familie of bezoekers aan op hun gedrag. En zie erop toe dat medewerkers de tilvoorschriften naleven.'
Participatie
Rode draad 3 is de participatie van werknemers. 'De meeste medewerkers hebben een groot zorghart', vertelt Anita. 'Voor hen staan de cliënten op 1, óók als die bijvoorbeeld lastig zijn. Maar daardoor gaan de medewerkers soms over hun eigen grenzen heen, ten koste van hun gezondheid. Het is dan ook belangrijk dat zij zich gehoord en gezien voelen. Zet je arbobeleid dus niet alleen op papier en op intranet, maar bespreek het met hen. Betrek ze bijvoorbeeld bij de inventarisatie van arborisico's, bij het opstellen van werkinstructies of bij de inkoop van hulpmiddelen. En stimuleer die betrokkenheid. Want sommige medewerkers moeten leren voor zichzelf op te komen. Zorg bijvoorbeeld voor goede roosters met inbreng van de medewerkers zelf, zodat hun werk- en privéleven in balans zijn.'
Interactie
Interactie met familieleden, rode draad 4, is een belasting voor medewerkers. 'De zorg is complex', legt Peter uit. 'Denk aan intakegesprekken, procedures en zorgindicaties. Familieleden maken zich zorgen, zijn gefrustreerd als ze bij de zoveelste zorginstelling moeten aankloppen, hebben soms andere zorgverwachtingen en lopen vaak op hun tandvlees. Dat kan tot spanningen leiden. Goede interactie met de familie is dan ook van groot belang. Bijvoorbeeld door cliënten en hun families vooraf duidelijk te maken onder welke voorwaarden de zorg wordt verleend.'
Nieuwe ontwikkelingen
Rode draad 5 gaat over nieuwe ontwikkelingen, waardoor de zorg zwaarder wordt. Anita: 'Ten eerste blijven cliënten langer thuis. Ze worden pas in een verpleeghuis opgenomen als het thuis echt niet langer gaat. Maar daardoor komen er steeds meer cliënten in de ouderenzorg met psychiatrische problemen, obesitas, weinig zelfredzaamheid of vergevorderde dementie. VVT-organisaties zullen de organisatie van hun werk moeten afstemmen op deze grotere zorgzwaarte.'
Peter: 'Maar ook in het verpleeghuis zien we ontwikkelingen waar werknemers door belast worden. Denk bijvoorbeeld aan het open deur beleid waardoor werknemers alleen achter dwalende cliënten aan moeten en de collega alleen op de afdeling achterblijft. Of lunchen en afhandelen van administratie bij de cliënt op de afdeling, waardoor de werknemer ook tijdens deze activiteiten altijd aan staat en geen echte pauze of een rustige omgeving meer heeft voor de administratie.'
Cultuur van veilig en gezond werken in het DNA
Tijdens een stakeholdersbijeenkomst op 25 september 2023 werden de rode draden gepresenteerd. Peter: 'De aanwezige brancheverenigingen en werkgevers- en werknemersorganisaties herkenden onze bevindingen. Ze vonden leiderschap en prioriteit de belangrijkste bouwstenen voor een cultuur van veilig en gezond werken. Het zou mooi zijn als het straks niet meer nodig is dat de Arbeidsinspectie de VVT-organisaties een spiegel voorhoudt, maar dat ze zichzelf een spiegel voorhouden.' Anita vult aan: 'Wij roepen VVT-organisaties op om aan de slag te gaan. Daarbij kunnen ze gebruikmaken van allerlei interventie en tools die de sector rijk is. Bovendien kunnen ze altijd te rade gaan bij hun collega-organisaties en goede praktijkvoorbeelden, kennis en instrumenten uitwisselen. Zo zorgen ze er zelf voor dat een cultuur van veilig en gezond werken in hun DNA wordt geborgd.'
Hoe verder?
Er moet nog het nodige gebeuren om te komen tot beter arbobeleid in de VVT-sector. De problemen worden herkend en leiderschap en prioriteit zijn volgens stakeholders de belangrijkste bouwstenen. Het manifest De medewerker op 1 is ondertekend, maar het werken aan een veilige en gezonde werkomgeving voor zorgmedewerkers moet nog concreet worden uitgewerkt. Dit alles is niet vrijblijvend. De Arbeidsinspectie blijft de VVT-sector nauwlettend volgen en gaat de komende tijd in deze sector vervolginspecties uitvoeren, waarbij zo nodig ook gehandhaafd wordt.