Waarom zorgorganisatie Severinus fysieke belasting inperkt

Minder fysieke belasting voor medewerkers. Met dat doel paste zorgorganisatie Severinus in 2014 haar beleid aan. Met succes, zeggen HR-manager Mieke van Rens en ergotherapeut Ineke Driesen enthousiast. Van Rens: ‘De lasten van fysieke belasting zijn nu een stuk lager.’

Te veel lichamelijke klachten

Ergotherapeut Driesen: ‘We merkten dat er veel lichamelijke klachten waren. En dat het oude beleid om fysieke belasting tegen te gaan niet helemaal doordrong tot de werkvloer. We waren van mening dat als we niets zouden doen, de klachten op het gebied van fysieke belasting toe zouden nemen.’ Om dat te voorkomen, moest het beleid anders worden. ‘Bovendien veranderde ook de wet- en regelgeving uit Den Haag. Zo ging de AOW-leeftijd omhoog. Dat was een extra reden om meer aandacht te hebben voor inzetbaarheid’ zegt Driesen.

Elke werkplek een eigen aandachtsfunctionaris

Severinus onderzocht wat haar medewerkers per werkplek nodig hadden. ‘De kennis en kunde die nodig is om fysieke belasting te beperken, verschilt nu eenmaal per werkplek’, legt Driesen uit. Elke afdeling waar fysieke belasting een aandachtspunt is, kreeg een eigen ‘aandachtsfunctionaris’. ‘Dat is één persoon op de tien à twintig medewerkers. Deze functionaris krijgt scholing in het thema fysieke belasting en in de meetinstrumenten. Denk aan de RugRadar. Of aan de TilThermometer, waarmee iedere medewerker kan zien of er voldoende hulpmiddelen op de afdeling aanwezig zijn en of deze passend zijn bij de cliënten die er verblijven. De aandachtsfunctionaris brengt deze kennis en kunde over op zijn of haar afdeling en kan collega’s begeleiden en coachen tijdens het werk. Medewerkers kunnen ondertussen altijd vragen stellen over fysieke belasting. En ze mogen daar heldere antwoorden op verwachten.’

Severinus organiseert ook jaarlijkse themabijeenkomsten voor de aandachtsfunctionarissen. ‘Zij kiezen voor deze verdiepende bijeenkomsten een onderwerp dat met fysieke belasting te maken heeft’, vertelt Van Rens. ‘Zoals het aantrekken van steunkousen.’ De aandachtsfunctionarissen hebben ook elk kwartaal een intervisie, waarin ze de juiste toepassing van meetinstrumenten bespreken en een casus behandelen met betrekking tot fysieke belasting.

portret van Mieke Rens en Ineke Driessen
Mieke van Rens (l) en Ineke Driesen

Het effect van de aandachtsfunctionaris

Dankzij dit soort events en de betrokkenheid van de aandachtsfunctionarissen dringt beleid nu wél door tot de werkvloer. ‘Medewerkers zien sneller risico’s en trekken eerder aan de bel. Ook geven collega’s elkaar tips en ondersteuning. Het nieuwe beleid zorgt ervoor dat medewerkers zich meer betrokken voelen bij het thema fysieke belasting. En bij elkaar.’

Dat geldt eveneens voor kantoormedewerkers en ondersteunende diensten. ‘Ook bij hen is er extra aandacht voor fysieke belasting’, zegt Driesen. ‘Bij nieuwe medewerkers voeren we bijvoorbeeld een werkplekonderzoek uit. Dan stellen we hun bureau goed in en krijgen ze tips en uitleg om hun lichaam zoveel mogelijk te ontzien. Aandachtsfunctionarissen delen hier de kennis en kunde die speciaal voor deze afdelingen handig is. Beeldschermwerk heeft nou eenmaal andere risico’s voor het lichaam dan zorg aan het bed.

Fysieke belasting staat op de agenda

‘Het nieuwe beleid is goed ontvangen’, vertelt Van Rens: ‘Het resultaat één op één terugzien in de cijfers is lastig. Maar de aandacht voor het thema is absoluut toegenomen. Niet alleen onder zorgverlenend personeel, maar ook op kantoor.’

Dankzij het nieuwe beleid is er voor elke afdeling een laagdrempelig aanspreekpunt. ‘Dat maakt het makkelijker om vragen te stellen’, aldus Driesen. ‘Problemen worden sneller aangegeven en opgepakt. Ook komt er nu een ander soort vragen naar boven. Bijvoorbeeld over psychosociale arbeidsbelasting. Dit zorgt weer voor nieuwe input voor beleid. We beschouwen dat beleid als iets wat voortdurend in ontwikkeling is. En waarvoor de inhoud vooral van medewerkers moet komen. Dit kan via onze jaarlijkse enquêtes, maar ook via aandachtsfunctionarissen. Sowieso vragen we die laatsten regelmatig hoe het gaat. Daarbij horen we ook graag wat zij nodig hebben om hun rol beter uit te voeren – bijvoorbeeld qua scholing of toelichting van de juiste meetinstrumenten.’

Medewerkers zélf de kennis en kunde geven om fysieke belasting te beperken, zorgen dat ze elkaar weten te vinden én coaching bieden tijdens het werk zelf. Die combinatie van maatregelen is volgens Driesen en Van Rens cruciaal voor zorgorganisaties die fysieke belasting willen tegengaan. ‘Als het medewerkers vervolgens lukt om deze fysieke belasting op eigen kracht in te perken’, zegt Driesen, ‘geeft dat een enorme boost. Zowel aan hen als aan de organisatie.’

In 2015 is een monitor uitgevoerd naar fysieke belasting door het A+O VVT (een samenwerkingsverband van werkgevers- en werknemersorganisaties in de verpleging, verzorging en de thuiszorg). Daaruit bleek dat steeds meer medewerkers rug- en schouderklachten hadden door fysieke belasting. Het ging vooral om de ‘statische’ belasting van het lichaam; bijvoorbeeld door langdurig staan, bukken en knielen. De onderzoekers gaven een duidelijk advies aan zorgorganisaties: zet de fysieke belasting van medewerkers hoger op de agenda. Wilt u fysieke belasting ook op de agenda zetten? Ga naar arbocatalogusgehandicaptenzorg.nl.

Over Severinus

Severinus is een zorgorganisatie in Veldhoven en omgeving voor mensen met een verstandelijke beperking – van jong tot oud. Bevlogen medewerkers geven liefdevolle en menselijke zorg in een veilige omgeving. Belangrijk daarbij is samenwerking, met iedereen die op welke manier dan ook bij de cliënten betrokken is.