Wet- en regelgeving asbest

Sinds 1994 is het verhandelen en het toepassen van asbest verboden. Ook het bewerken van al aanwezige asbestmaterialen is (bijna altijd) verboden. Maar er is nog veel asbest aanwezig in gebouwen, installaties en schepen. Om werknemers te beschermen tegen de risico’s van asbest is er strenge regelgeving. Het Arbeidsomstandighedenbesluit bevat een apart hoofdstuk over asbest.

Grenswaarde en risicoklassen

Er geldt een strenge grenswaarde. In de lucht die de werknemer tijdens het werk inademt, mogen zich maximaal 2.000 asbestvezels per kubieke meter lucht (2.000 v/m3) bevinden. Deze grenswaarde geldt als de gemiddelde waarde, over een 8-urige werkdag.

Is het gehalte aan asbestvezels in de lucht lager dan deze grenswaarde, dan valt het werk in risicoklasse 1. Er gelden dan een aantal basisregels. Is het gehalte aan asbestvezels in de lucht hoger dan deze grenswaarde, dan valt het werk in risicoklasse 2 of 2A. Er gelden dan aanvullende regels.

Inventariseren, melden, verwijderen en vrijgeven

Bij werkzaamheden met kans op blootstelling aan asbestvezels, bijvoorbeeld onderhoud, reparatie of sloop van een gebouw of installatie, is de werkgever verplicht een aantal zaken te regelen voor de werknemers. Ook de opdrachtgever van het werk heeft daarbij een verantwoordelijkheid.

Vóór aanvang van het werk moet het asbest verwijderd zijn, tenzij de werksituatie daarmee onveiliger wordt. Hiertoe moet er een asbestinventarisatie plaatsvinden. Deze is verplicht bij gebouwen en objecten die vóór 1994 gebouwd zijn. Bij schepen is het ook verplicht als ze ná 1994 gebouwd zijn. Alleen een gecertificeerd asbestinventarisatiebureau mag deze inventarisatie uitvoeren. Lees meer over de asbestinventarisatie.

Als uit de inventarisatie blijkt dat het verwijderen van het asbest in risicoklasse 2 of 2A valt, dan mag dit alleen worden uitgevoerd door een gecertificeerde asbestverwijderaar. Als blijkt dat het verwijderen in risicoklasse 1 valt, dan mogen ook niet-gecertificeerde bedrijven dit uitvoeren. Het verwijderen van asbest moet minimaal 2 dagen van tevoren worden gemeld bij de Nederlandse Arbeidsinspectie en bij risicoklasse 2 of 2A ook in het Landelijk Asbestvolgsysteem. Na afronding van de asbestverwijdering moet een eindbeoordeling worden uitgevoerd om de locatie weer te kunnen vrijgeven voor de gebruiker. Lees hier meer over asbestverwijdering.

De Nederlandse Arbeidsinspectie stuurt geen ontvangstbevestiging (pdf) meer aan de melder, bevoegde instanties en certificerende instellingen. Deze ontvangstbevestigingen blijven wel verstuurd worden vanuit het LAVS en zijn anders opgebouwd dan de berichten die door de Nederlandse Arbeidsinspectie werden verzonden. Ze bevatten dezelfde gegevens. Bekijk meer informatie op iplo.nl/lavs