Rapporten over werken tijdens de Coronapandemie

Tot aan midden november 2020 krijgt de Inspectie SZW ongeveer 6.000 meldingen over problemen rondom corona in bedrijven. De Inspectie ziet dat veel melders zich zorgen maken over besmettingsrisico’s op de werkplek. Zij geven aan dat de anderhalve meter maatregel niet in acht wordt genomen, dat er zieke collega’s blijven doorwerken, er geen afdoende beschermingsmiddelen voorhanden zijn en zij dit soort problemen niet altijd binnen het bedrijf bespreekbaar durven te maken.

Naar het oordeel van inspecteurs, blijkt dat onderzochte en geïnspecteerde bedrijven over het algemeen de pandemie serieus nemen en bereid zijn maatregelen te treffen om verspreiding van corona tegen te gaan. Zeker in het begin van de pandemie hebben bedrijven gezocht naar praktische oplossingen, maar die waren niet altijd voldoende of in overeenstemming met de coronamaatregelen van het kabinet. Na contact met de Inspectie blijken ook die bedrijven bereid om aanvullende maatregelen te nemen.

Daarnaast maakt de pandemie duidelijk dat de risico’s rondom gezond, veilig en eerlijk werk, versterkt samen komen bij arbeidsmigranten. Van de bijna 6.000 coronagerelateerde meldingen aan de Inspectie die tot 8 november 2020 zijn binnengekomen, heeft ruim 20 procent betrekking op arbeidsmigranten. Tot aan augustus 2020 gaan dit soort meldingen vooral over onvoldoende afstand kunnen houden op de werkplek (65%), maar ook over zieke werknemers op de werkvloer (20%) en onvoldoende kunnen beschikken over persoonlijke beschermingsmiddelen (15%).

De problematiek van arbeidsmigranten komt scherp in beeld in de vleesverwerkende industrie, waar extra is geïnspecteerd. De uitkomsten van die inspecties laten zien dat arbeidsmigranten achter worden gesteld bij hun collega’s in vaste dienst. Dan gaat het bijvoorbeeld om het moeten doorwerken bij ziekte, niet uitbetaald krijgen wanneer het bedrijf door een corona-uitbraak stil ligt en structureel meer uren moeten maken dan collega’s in vaste dienst. Wat betreft arbeidsomstandigheden en corona, blijken de geïnspecteerde slachterijen voldoende maatregelen te hebben genomen. Toch zijn er bij andere bedrijven nog veel overtredingen als het gaat om RI&E’s zonder risico-beschrijving corona, onvoldoende afstand houden, onvoldoende beschermingsmiddelen en voorlichting en instructie.

De Inspectie heeft 380 voornamelijk Oost-Europese arbeidsmigranten geïnterviewd over hun werkomstandigheden en hun woonsituatie. Een meerderheid van hen geeft aan dat duidelijke instructies over coronamaatregelen op de werkplek zijn gegeven en over persoonlijke beschermingsmiddelen te kunnen beschikken. Ongeveer een vijfde van hen zegt dat het onmogelijk is om voldoende afstand te houden op de werkplek. Bijna de helft van de respondenten zegt dat ze ofwel niet worden doorbetaald bij ziekte (16%), of niet weten of er doorbetaling plaatsvindt (30%). Ongeveer 85 procent van hen is werkzaam via een uitzendbureau en daarvan werken twee van drie langdurig in een fase A uitzendovereenkomst, waarbij de werkgever op ieder moment de overeenkomst kan beëindigen, ook bij ziekte van de uitzendkracht. Daarnaast geeft 86 procent aan dat hun woonruimte is geregeld door het uitzendbureau of de werkgever. Die woonruimte moeten zij verlaten als het werk stopt. Vaak is de woonruimte klein en moet deze worden gedeeld met meerdere personen. Veertig procent geeft aan dat ook het woon-werkverkeer door de werkgever wordt geregeld. In iets meer dan de helft van de gevallen melden arbeidsmigranten dat geen maatregelen zijn genomen tijdens het vervoer om besmetting te voorkomen.