Aandacht voor PSA en PTSS in de zorg in coronatijd

De Inspectie voerde in de periode van mei tot november 2020 gesprekken met 10 stakeholders en 24 zorgorganisaties over het voorkomen van psychosociale arbeidsbelasting (PSA) voor zorgpersoneel in coronatijd.

Daarbij is nagegaan wat organisaties (kunnen) doen om te voorkomen dat werknemers last hebben van of uitvallen door stressklachten of PTSS. Het gaat daarbij zowel om preventieve maatregelen om te voorkomen dat werknemers PTSS, burn-out of werkstress krijgen als om curatieve maatregelen die nodig zijn om medewerkers met PTSS of andere stressklachten te ondersteunen.

Gezien het aantal gesprekken dat gevoerd is, kunnen we hier niet spreken van een representatief onderzoek. De bevindingen vinden we als Inspectie wel van belang om te delen met de sector.

Het geeft inzichten en voorbeelden van maatregelen, die eraan bijdragen dat het werk in de zorg, ondanks de huidige belasting, toch werkbaar gehouden kan worden.

Belangrijke oorzaken PSA en PTSS

Niet onverwacht geven organisaties aan dat zorgorganisaties en werknemers hun uiterste best hebben gedaan om patiënten en cliënten te helpen en hun werknemers zo goed mogelijk te beschermen. De werkdruk en emotionele belasting zijn erg hoog geweest. De organisaties zien veel verschillende oorzaken voor de coronagerelateerde PSA-klachten.

Emotionele belasting

De belangrijkste oorzaak is volgens de organisaties vooral de emotionele belasting. Deze wordt veroorzaakt door de angst voor besmetting van patiënten en cliënten en van henzelf en hun naasten. Dit wordt versterkt door een eventueel (dreigend) tekort aan beschermingsmiddelen, steeds veranderende richtlijnen en de aandacht die er 24/7 op het werk, privé en in de media is voor corona.

Ook veroorzaakt het ernstige ziektebeeld en de schrijnende situaties ten gevolge van de maatregelen of de afgeschaalde zorg extra emotionele belasting. Zorgmedewerkers zijn gewend om patiënten beter te maken en cliënten optimaal te ondersteunen en dat kan nu vanwege corona niet altijd.

Naast de zorg voor patiënten en cliënten kunnen er ook zorgen of extra belasting zijn in de privésfeer. Denk daarbij aan (angst voor) besmettingen van familie of vrienden, opvang en ondersteunen van kinderen en ouders en kwetsbare naasten. Ook kan er verdriet en rouw zijn om verlies van (de gezondheid van) dierbare of frustratie ten gevolge van de afgekondigde maatregelen of de naleving daarvan.

Hoeveelheid werk en hersteltijd

Ook de hoeveelheid werk en de beperkte hersteltijd is een belangrijke werkdrukbron geweest bij organisaties waar veel coronapatiënten waren. Organisaties geven aan dat ze een groot appel hebben moeten doen op de bevlogenheid van werknemers om voldoende zorg te kunnen leveren en tegelijkertijd aandacht moesten hebben voor de belastbaarheid en hersteltijd van diezelfde werknemers. De meeste werknemers zijn nog niet bijgekomen van de eerste golf. Medewerkers geven aan op te zien tegen de komende tijd met opnieuw drukkere periodes en corona-uitbraken in zorgorganisaties.

Voor de corona-uitbraak was er lokaal al sprake van een arbeidsmarkttekort en hoog verzuim in de zorg. Binnen een aantal zorgorganisaties waren er zowel meer zieke cliënten als zieke werknemers.

Organisaties hebben keuzes moeten maken om de coronazorg op te schalen en de andere zorg af te schalen.

Ongewenst gedrag en sociale steun

Aanvankelijk is er veel steun van de omgeving en maatschappij geweest. Maar door het uitstellen van de zorg en/of het beperken van het bezoek hebben ze ook te maken met agressie en ander ongewenst gedrag van patiënten, cliënten en hun familie of bezoek. Ook de vele maatschappelijke discussie over de zin en onzin van het naleven van de maatregelen en de complottheorieën hebben impact op de zorgverleners en zorgen voor verwarring en boosheid. Dit kan leiden tot verminderde steun van vrienden en eenzaamheid. Volgens organisaties is de steun van leidinggevenden en collega's onderling in deze periode heel belangrijk geweest.

Tips op basis van de voorlopige bevindingen