12 beruchte stoffen
Er zijn meer dan 100.000 stoffen op de Nederlandse werkvloer. De meeste stoffen zijn niet erg schadelijk, maar sommige zijn juist héél schadelijk als je ermee in aanraking komt.
De Nederlandse Arbeidsinspectie maakt zich vooral zorgen over de onderstaande 12 stoffen, omdat ze erg gevaarlijk zijn. De werkgever moet maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat er veilig en gezond kan worden gewerkt. Dat geldt voor deze 12, maar ook voor alle andere gevaarlijke stoffen.
Asbest is gevaarlijk als het wordt beschadigd of bewerkt, bijvoorbeeld tijdens boren, zagen en schuren. Dan komen kleine vezels vrij die je niet kunt zien. Als je deze vezeltjes inademt, komen ze in je longen. Daar kunnen zij longkanker of longvlieskanker veroorzaken. Het duurt meestal minstens 30 jaar voordat je daar ziek van wordt.
Blijft de hoeveelheid asbest onder de norm (grenswaarde)? Dan is de kans klein dat je deze ziekten krijgt, maar de kans is nog wel aanwezig.
Asbest is sinds 1994 verboden. Tot 1994 is het veel gebruikt, bijvoorbeeld in:
- asbestcement (golfplaten, bouwmateriaal, waterleiding)
- asbestpapier/karton (vloerbedekking, plaatmateriaal)
- asbest-remvoeringen (auto, vrachtwagen, bus, trein)
- asbestisolatie (ovens, ketels, leidingen, schepen)
- asbesthoudende pakkingen (industrie, verwarming)
Bij gebouwen, schepen, treinstellen en andere voertuigen van voor 1994 kun je er vanuit gaan dat er asbest in zit. Asbest kan dan vrijkomen tijdens onderhoudswerk. Een asbestdeskundige beoordeelt of asbest aanwezig is en wat je moet doen om er veilig mee te werken. De werkgever moet daarom tijdig een asbestdeskundige inschakelen bij asbestverwijdering.
De wettelijke grenswaarde voor asbest is: 2.000 vezels/m3.
Bekijk meer informatie over asbest.
Kwartsstof is erg fijn stof dat vrijkomt als je materialen waar kwarts in zit bewerkt. Kwarts zit in zand en in veel natuurlijk gesteente, dus in veel bouwmaterialen. De allerkleinste stofdeeltjes in kwartsstof kun je niet zien. Maar juist deze deeltjes kunnen tot diep in de longen komen en zo 'stoflongen' (longfibrose) en longkanker veroorzaken. Bijna iedereen in de bouw heeft te maken met kwartsstof. Niet alleen mensen die zelf met kwartsmateriaal werken, maar ook hun collega's in de omgeving.
Onder andere de volgende groepen hebben dagelijks met kwartsstof te maken:
- asfaltfrezers
- blokkenstellers (ruwbouw)
- koppensnellers
- slopers
- terrazzo-werkers
- bewerkers keukenbladen (composiet)
- werknemers in de betonproducten-industrie en de betonmortel-industrie
Ontstaat een stofwolk tijdens het werken met deze materialen?
Dan moet de werknemer stoppen met dit werk en de werkgever moet maatregelen nemen.
Dieselrook, of Dieselmotoremissie (DME), komt vrij uit dieselmotoren van bijvoorbeeld:
- vrachtwagen
- personenauto
- tractor
- vliegtuig
- schip
- graafmachine
- bulldozer
- heimachine en andere bouwmachines
- heftruck
- generator
DME bestaat onder meer uit zeer fijne roetdeeltjes en schadelijke gassen, zoals stikstofoxiden en koolmonoxide. DME kan longkanker blaaskanker, longaandoeningen (COPD) en hart- en vaatziekten veroorzaken. Onderzoek van de Gezondheidsraad toont aan dat DME nog schadelijker is dan eerde gedacht. Zorg hoe dan ook dat de blootstelling zo laag mogelijk blijft!
Per 1 juli 2020 geldt er een wettelijke grenswaarde van 10 microgram per m3 (gemeten als respirabel elementair koolstof).
In sectoren waar in de arbocatalogus een lagere grenswaarde is afgesproken, blijft de grenswaarde in de arbocatalogus het uitgangspunt. Daarnaast blijft de wettelijke verplichting gelden om de blootstelling aan DME tot een zo laag mogelijk niveau te brengen als 'technisch uitvoerbaar' is.
Lees meer over Dieselmotoremissie (DME).
Tijdens het schuren of zagen van hardhout komt fijn stof vrij. Dit is zeer schadelijk voor de luchtwegen. Het kan astma, COPD en neuskanker veroorzaken. Denk bij hardhout aan hout van eik, beuk of teak (loofbomen). Hout van vuur en grenen (naaldbomen) noemen we zachthout.
Sommige soorten hardhoutstof kunnen ook allergische reacties oproepen. Het stof irriteert daarnaast de ogen en de huid. Vooral parketleggers en jachtbouwers en werknemers in de bouw, de houthandel, meubel- en timmerfabrieken kunnen te maken hebben met stof van hardhout.
Bekijk de campagne 'Houtstof tot nadenken' van werkgevers en vakbonden in de hout- en meubelindustrie.
De wettelijke grenswaarde voor stof van hardhout is 2 mg/m3. Deze grenswaarde geldt overigens ook voor stof van zachthout.
Chroom en verbindingen van chroom (chroomzouten) zijn vroeger veel gebruikt in verven (tegen roest) en leerlooimiddelen. Deze stoffen werden ook gebruikt als middel om hout langer mee te laten gaan en in galvaniseerbaden.
Een zeer schadelijke soort chroom is chroom-6. Het is te herkennen aan het woord 'chromaat', maar niet altijd!
Chroom-6 is in veel gevallen al vervangen. Het wordt nog wel gebruikt voor vliegtuigcoatings, in roestvrij staal en in galvaniseerbaden. Verder kun je met chroom-6 in aanraking komen als je oude verf schuurt, bijvoorbeeld op vrachtwagens, treinen, vliegtuigen, militair materieel en bruggen. Ook komt chroom-6 vrij tijdens het lassen van roestvrij staal.
Inademing van stofdeeltjes die chroom-6 bevatten kan onder meer neus- en longkanker veroorzaken. Contact met de huid kan allergische reacties en chroomzweren geven.
De wettelijke grenswaarde voor chroom-6 is 0,001 mg/m3.
Lees meer informatie over Chroom-6.
Isocyanaten zijn stoffen die worden gebruikt in polyurethaanproducten, zoals lakken, lijmen, (isolatie)schuimen (met name PUR-schuim) en kitten. Isocyanaten kunnen worden ingeademd, waardoor beroeps-astma kan ontstaan. Daarnaast kan contact met de huid leiden tot allergische reacties (eczeem).
Een overgevoeligheid voor isocyanaten kan al bij lage blootstelling ontstaan. Bij zeer hoge blootstelling kan plotseling vochtophoping in de longen optreden (acuut longoedeem), met ernstige ontstekingen en vernauwing in de kleinere luchtwegen.
Voor een aantal isocyanaten zijn grenswaarden vastgesteld. Deze zijn te vinden op ser.nl.
PAK's zijn Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen. De meeste PAK's zijn kankerverwekkend. Inademing van dampen of stofdeeltjes die PAK's bevatten, kan longkanker veroorzaken. Als PAK's op de huid komen, kunnen die huidkanker veroorzaken. PAK's kunnen vooral nog voorkomen in oud (teerhoudend) asfalt, in oude dakbedekkingen (bitumen) en in hout met creosoot of carbolineum. Daarnaast kun je ook in aanraking komen met PAK's in de aardolie-industrie (via ruwe aardolie) en in hoogovens.
De wettelijke grenswaarde voor PAK's PAK's (als benzo(a)-pyreen) is 0,00055 mg/m3.
PAK' s hebben daarnaast een 'H-notatie', wat betekent dat ze door de huid heen worden opgenomen in je lichaam.
Lasrook bestaat uit zeer kleine deeltjes die onder andere metaalverbindingen bevatten (metaaloxiden). Daarnaast bevat lasrook ook irriterende gassen. Lasrook kan ernstige longaandoeningen veroorzaken, zoals COPD en ook hart- en vaataandoeningen.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft lasrook aangemerkt als kankerverwekkend voor mensen. Dit geldt niet alleen voor het lassen van roestvrij staal, waarbij chroom-6 vrijkomt, maar ook voor lassen in het algemeen.
Deze conclusie is nog niet overgenomen door de Europese of Nederlandse overheid. Lasrook staat dan ook niet op de SZW-lijst van kankerverwekkende stoffen. Uit voorzorg is het echter wel wenselijk om toch de blootstelling aan lasrook te beperken tot zo laag als technisch mogelijk is.
Lasrook die chroom-6 bevat - bij het lassen van RVS-staal - kan in ieder geval longkanker veroorzaken en het is aannemelijk dat dit ook geldt voor lasrook in het algemeen.
Lassen komt in veel branches voor:
- metaalindustrie
- transportmiddelenindustrie (auto's, vrachtwagens, treinen, vliegtuigen, fietsen)
- installatiebranche
- grond-, weg- en waterbouw (zoals bruggen)
- scheepsbouw
De wettelijke grenswaarde voor lasrook is 1 mg/m3.
Formaldehyde in pure vorm is een gas. Het wordt veel gebruikt als oplossing in water, onder de naam 'formaline'.
Daarnaast komt het in veel producten voor. Bijvoorbeeld in:
- sommige verf
- lijm
- schoonmaakmiddel
- producten voor de conservering van weefsels
De stof wordt onder meer gebruikt in de uitvaartsector, agrarische sector, ziekenhuizen en musea. Als je formaldehyde inademt, kan dat de kans op neuskanker vergroten en allergische reacties veroorzaken.
De wettelijke grenswaarde voor formaldehyde is 0,15 mg/m3.
Benzeen komt voor in ruwe aardolie en in kleine hoeveelheden in benzine. Ook wordt benzeen in de chemische industrie toegepast als grondstof. Het gebruik van benzeen buiten een gesloten systeem, bijvoorbeeld als oplosmiddel, is al heel lang verboden. Vooral werknemers in de chemie en petrochemie kunnen in aanraking komen met benzeen. Benzeen kan leukemie veroorzaken.
De wettelijke grenswaarde voor benzeen is 0,7 mg/m3.
Blootstelling aan meelstof vindt vooral plaats in bakkerijen, maar ook in andere bedrijven in de voedingsindustrie. Blootstelling vindt bijvoorbeeld plaats tijdens het:
- malen
- storten van meel tijdens de productie
- strooien van bloem op werkbladen
- opvegen van meelstof op de grond van de werkruimte
In grote industriële bakkerijen kan meelstof daarnaast in de lucht komen door leidingen, transportbanden, productievaten die niet goed zijn afgesloten en op overstortpunten.
Blootstelling aan tarwemeelstof (en een aantal enzymen, waaronder amylase) kan allergische reacties uitlokken en uiteindelijk leiden tot (bakkers)astma en huidaandoeningen. De allergie bouwt zich over het algemeen geleidelijk op, maar is onomkeerbaar. Personen die overgevoelig zijn geraakt, blijven dat (vaak) voor de rest van hun leven.
Meelstof en het enzym alfa-amylase zijn de eerste 2 allergenen waarvoor in Nederland een wettelijke grenswaarde zijn vastgesteld.
De grenswaarde voor meelstof is 4 mg/m3. De grenswaarde voor alfa-amylase is 10 nanogram/m3
Oplosmiddelen zijn vluchtige organische stoffen waarin andere stoffen oplossen. Bekende voorbeelden zijn:
- tolueen
- benzeen
- terpentine
- xyleen
- thinner
- ether
- aceton
Oplosmiddelen zitten in bijvoorbeeld (industriële) schoonmaakmiddelen, maar ook in verven, lakken en lijmen. Vanwege hun vluchtigheid en vetoplossend vermogen worden oplosmiddelen gebruikt voor het reinigen of ontvetten van plaatwerk (onder andere autoherstel), metalen onderdelen, spuitpistolen en ander gereedschap, en in bedrijven in de timmer- en meubelindustrie, jachtbouw en kunststofverwerkende industrie.
Veel van de genoemde oplosmiddelen hebben een neurotoxisch effect – zij leiden tot schade aan het zenuwstelsel en de hersenen. 1 van de bekende beroepsziekten is het organisch psychosyndroom (OPS), ook wel bekend als de 'schilderziekte'. Deze naam is echter misleidend. Ook drukkers, tapijtleggers, plaatwerkers en andere beroepsgroepen die met oplosmiddelen werken lopen het risico op OPS.
In het Arbobesluit (art. 4.62) zijn specifieke regels opgenomen om blootstelling aan vluchtige organische stoffen te voorkomen en te beperken. Voor een aantal activiteiten en sectoren geldt een vervangingsplicht. In andere gevallen is vastgelegd dat het percentage vluchtige stoffen in het oplosmiddel niet hoger mag zijn dan een bepaald (zeer laag) percentage.