Vraag en antwoord
Op deze pagina vind je het antwoord op veelgestelde vragen over de ARIE-regeling.
Algemeen
De Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (ARIE) is een regeling in het Arbeidsomstandighedenbesluit. Deze is te vinden via de link wetten.overheid.nl.
In de Arbeidsomstandighedenregeling zijn de concrete voorschriften behorende bij de ARIE-regeling vastgelegd. Deze zijn te vinden via de link wetten.overheid.nl.
Was de oude ARIE-regeling op uw bedrijf van toepassing en blijft uw bedrijf ARIE-plichtig?
Dan moet vanaf 1 januari 2023 ook worden voldaan aan alle verplichtingen uit de herziene ARIE-regeling, met uitzondering van het opstellen van scenario's en noodplan.
Aan de verplichtingen voor het opstellen van scenario's en noodplan (artikelen 2.5, tweede lid, aanhef en onder b, en vijfde lid, en 2.5b van het Arbeidsomstandighedenbesluit) moet per 1 januari 2024 worden voldaan.
Ook bedrijven die opnieuw ARIE-plichtig worden melden zich vanaf 1 januari 2023 aan bij de Nederlandse Arbeidsinspectie als ARIE-bedrijf.
Wordt uw bedrijf onder de herziene ARIE-regeling voor het eerst ARIE-plichtig?
Vanaf 1 januari 2023 moet aan een aantal verplichtingen worden voldaan, waaronder:
- Het treffen van alle maatregelen om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan te beperken.
- Het verstrekken van informatie aan en het samenwerken met de buurtbedrijven.
- Het zo spoedig mogelijk aanmelden van uw bedrijf als ARIE-plichtig bij de Nederlandse arbeidsinspectie. Bezoek de meldpagina voor ARIE-bedrijven
- In het geval van een zwaar ongeval, hiervan direct melding doen bij de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Is uw bedrijf na 1 januari 2023 gestart? Dan moet vanaf dat moment onder andere aan de hierboven genoemde verplichtingen worden voldaan.
Voor de overige verplichtingen uit de ARIE-regeling geldt een overgangstermijn van 1 jaar. In dit jaar kan het bedrijf de verplichtingen uit de ARIE-regeling implementeren. Per 1 januari 2024 moet aan alle verplichtingen uit de ARIE-regeling worden voldaan.
Controleren ARIE-plicht
Bedrijven moeten zelf controleren of de ARIE-regeling voor hen van toepassing is.
Dit doen zij door te inventariseren welke (categorieën) gevaarlijke stoffen zij in huis hebben – of kunnen hebben – en in welke hoeveelheden. Deze (categorieën) gevaarlijke stoffen zijn opgenomen in Bijlage І bij de herziene ARIE-regeling.
Vervolgens moet worden getoetst of de hoeveelheden gevaarlijke stoffen boven de drempelwaarden uitkomen. Deze drempelwaarden zijn opgenomen in Bijlage І deel І en ІІ bij de herziene ARIE-regeling.
Komen de hoeveelheden gevaarlijke stoffen boven de drempelwaarden uit? Dan is het bedrijf ARIE-plichtig.
Komen de hoeveelheden gevaarlijke stoffen niet boven de drempelwaarden uit? Het bedrijf is dan niet ARIE-plichtig. wel moet het bedrijf de sommatieregel toepassen die is opgenomen in Bijlage І deel ІІІ bij de herziene ARIE-regeling.
Met 'hoeveelheid aanwezige gevaarlijke stoffen' wordt bedoeld: de werkelijke of verwachte hoeveelheid aanwezige gevaarlijke stoffen in het bedrijf of de inrichting.
Het gaat om de maximale hoeveelheid die tijdens de normale bedrijfsvoering in een relevant insluitsysteem of bij het bedrijf aanwezig (kan) zijn. Naast de reguliere bedrijfsvoering, moeten ook stoffen worden meegenomen waarvan redelijkerwijs kan worden voorzien dat deze kunnen ontstaan bij verlies van controle over de processen.
Er moet uitgegaan worden van maximale werkelijke óf verwachte aanwezigheid hoeveelheid gevaarlijke stoffen. Hierbij kan worden uitgegaan van historische maxima, tenzij de bedrijfssituatie is veranderd uiteraard.
Een bedrijf heeft een brandbare vloeistof behorende tot categorie 3, die op verschillende temperaturen door het bedrijf wordt gebruikt. Zo wordt de stof onverwarmd opgeslagen en wordt de stof daarnaast tot boven zijn vlampunt verwarmd in het productieproces. |
Voor brandbare stoffen behorende tot categorie 3 geldt een drempel van 1.500 ton volgens Bijlage I van de Arbeidsomstandighedenregeling (Ontvlambare vloeistof, B3), tenzij zij op een hogere temperatuur dan hun vlampunt worden gehouden. Wanneer deze stoffen hoger dan hun vlampunt, maar lager dan hun kookpunt, worden gehouden geldt namelijk een drempelwaarde van 15 ton (Ontvlambare vloeistoffen, B2). In een situatie waar deze stoffen zowel onverwarmd en beneden hun vlampunt worden opgeslagen, maar tevens elders in een proces wel tot boven het vlampunt worden verwarmd, moeten beide afzonderlijk worden beschouwd. Concreet moet de opslag van deze stof in termen van hoeveelheid worden getoetst aan een drempelwaarde van 1.500 ton, terwijl de maximale hoeveelheid in het verwarmde productieproces moet worden getoetst aan een drempelwaarde van 15 ton.
Bij deze beoordeling moet worden uitgegaan van de maximale temperatuur die de brandbare vloeistof kan bereiken onder reguliere bedrijfsomstandigheden. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van historische gegevens omtrent de temperatuur. Het gaat hier dus niet om de gemiddelde temperatuur van de stof, maar om het maximum.
Invulling geven aan verplichtingen
Is uw bedrijf ARIE-plichtig? Dan moet u schriftelijk de scenario's voor mogelijke zware ongevallen vastleggen.
Er is geen minimum (of maximum) aantal scenario's bepaald. Het aantal uit te werken scenario’s, hangt af van verschillende factoren. Hierop zijn van invloed:
- de verscheidenheid in aard en gevaarsaspecten van de gevaarlijke stoffen
- de verschillen in installaties en processen
- de verschillende oorzaken die kunnen leiden tot verlies van controle over het proces
Uit de scenario's moet blijken dat de gevaren en risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen op adequate wijze worden beheerst, waarbij zowel technische- als organisatorische maatregelen worden genomen.
Verder hebben de scenario's betrekking op de onderdelen van installaties die de grootste risico's voor een zwaar ongeval met zich meebrengen. De identificatie van de betreffende onderdelen van de installaties moet plaatsvinden op basis van een gedocumenteerde methode. Bij de beschrijving wordt in aanmerking genomen welke van de volgende voorvallen deze scenario's op gang kunnen brengen:
- corrosie
- erosie
- externe belasting
- impact
- overdruk
- onderdruk
- lage temperatuur
- hoge temperatuur
- trillingen
- menselijke fouten tijdens gebruik, wijziging of onderhoud
Het veiligheidsbeheerssysteem (VBS) is een managementsysteem waarmee uitvoering wordt gegeven aan het beleid inzake de beheersing van de risico's van zware ongevallen. Het VBS moet zijn afgestemd op de gevaren, de industriële werkzaamheden en de complexiteit van de organisatie in het bedrijf/de inrichting en moet zijn gebaseerd op een evaluatie van de risico's.
In het systeem moeten de volgende zaken in ieder geval aan de orde komen, ook wel bekend als de VBS-elementen:
- het algemene beheerssysteem, waartoe behoren: de organisatorische structuur, de verantwoordelijkheden, de gebruiken, de procedures, de procedés en de hulpmiddelen die het mogelijk maken het preventiebeleid voor zware ongevallen te bepalen en uit te voeren
- de organisatie en het personeel
- de controle op de uitvoering
- de wijze waarop wordt gehandeld bij wijzigingen
- de planning voor noodsituaties
- het toezicht op de prestaties
- controle en analyse
In bijlage Ib van de Arbeidsomstandighedenregeling is een nadere omschrijving van het VBS te vinden.
Een VBS kan worden geïntegreerd in andere managementsystemen die een bedrijf hanteert.
De ARIE-regeling is van toepassing op werkgevers. Als er zich meerdere werkgevers (/bedrijven) bevinden onder 1 Omgevingsvergunning, dan moet elke werkgever (/bedrijf) nagaan of zij ARIE-plichtig zijn. Is dat het geval dan gelden de ARIE-verplichtingen voor die werkgever(s).
Een zwaar ongeval – zoals bedoeld in de ARIE-regeling of het Brzo 2015 – moet worden gemeld via het Meldformulier of door te bellen naar 0800 51 51. Meer informatie over het melden van een arbeidsongeval leest u op de pagina Arbeidsongeval melden.
ARIE-bedrijf melden
Bedrijven die gevaarlijke stoffen in huis hebben – of kunnen hebben – in hoeveelheden die boven de vastgestelde drempelwaarden uitkomen, zijn ARIE-plichtig. Zij moeten zich als ARIE-bedrijf melden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Deze drempelwaarden zijn opgenomen in Bijlage I deel I en II bij de herziene ARIE-regeling.
Het kan zijn dat een werkgever meerdere bedrijven (vestigingen) heeft op verschillende locaties. De werkgever doet in dit geval een aparte melding voor elk ARIE-plichtig bedrijf (vestiging).
Stel, u heeft als werkgever 5 bedrijven (vestigingen) op verschillende locaties. Bedrijf 1 en 3 (op locatie 1 en 3) hebben gevaarlijke stoffen in huis in hoeveelheden boven de vastgestelde drempelwaarden. U doet 2 ARIE-meldingen: 1 voor bedrijf 1 en 1 voor bedrijf 3.
Bedrijven die gevaarlijke stoffen in huis hebben of kunnen hebben, in hoeveelheden die boven de vastgestelde drempelwaarden uitkomen, zijn ARIE-plichtig.
Deze drempelwaarden zijn opgenomen in Bijlage І deel І en ІІ bij de herziene ARIE-regeling.
Dit geldt dus óók voor veel Brzo-bedrijven. Ook Brzo-bedrijven die ARIE-plichtig zijn moeten zich als ARIE-bedrijf melden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie.
De herziene ARIE-regeling is vanaf 1 januari 2023 van kracht.
Bedrijven gaan zelf na of zij ARIE-plichtig zijn. Bedrijven die onder de herziene regeling ARIE-plichtig zijn/worden, moeten zich zo spoedig mogelijk melden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Voor nieuwe bedrijven met een startdatum na 1 januari 2023 geldt dat zij bij het opstarten van hun activiteiten nagaan of zij ARIE-plichtig zijn. Is dit het geval, dan moeten ook deze nieuwe bedrijven zo spoedig mogelijk een ARIE-melding doen.
ARIE-plichtige bedrijven moeten zich melden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie.
U logt in met een account of via eHerkenning en vult het meldingsformulier in voor elk ARIE-plichtig bedrijf/vestiging. Daarbij uploadt u een bestand met alle (mogelijk) aanwezige gevaarlijke stoffen.
Stapsgewijs ziet het meldproces voor ARIE-bedrijven er als volgt uit:
STAP 1: meldpagina
STAP 2: inloggen
- Inloggen via Account
U kunt zich aanmelden door gebruik te maken van een account. U maakt een account aan voor elk ARIE-plichtig bedrijf/vestiging. U maakt het account aan via de knop 'autorisatie aanvragen'. U ontvangt de autorisatie per e-mail. - Inloggen via eHerkenning
Ook het inloggen via eHerkenning wordt mogelijk gemaakt. Voor meer informatie over eHerkenning of het aanvragen van eHerkenning gaat u naar eherkenning.nl. Zorg ervoor dat u bij uw aanvraag voor de juiste vestiging of KvK structuur wordt gemachtigd.
STAP 3: opgeven gevaarlijke stoffen
Bent u ingelogd, dan krijgt u een Excel bestand aangeboden. Dit is het bestand waarin de (mogelijk) aanwezige gevaarlijke stoffen binnen het bedrijf/de vestiging waarvoor u een melding doet moeten worden opgegeven.
Het ingevulde Excel bestand moet u aan het eind van het meldingsproces uploaden als bijlage bij de melding.
We adviseren u om het Excel bestand voorafgaand aan het doen van een melding in te vullen, zodat het meldproces tussentijds niet hoeft te worden onderbroken. U vindt het uploadbestand hier.
Bij het doen van uw melding krijgt u een Excel bestand aangeboden. Dit is het bestand waarin de (mogelijk) aanwezige gevaarlijke stoffen binnen het bedrijf/de vestiging waarvoor u een melding doet moeten worden opgegeven.
Het ingevulde Excel bestand moet u aan het eind van het meldingsproces uploaden als bijlage bij de melding.
We adviseren u om het Excel bestand voorafgaand aan het doen van een melding in te vullen, zodat het meldproces tussentijds niet hoeft te worden onderbroken. U vindt het uploadbestand hier.
Naast dit Excel bestand kunt u ook andere relevante informatie en documenten uploaden bij uw melding. Denk bijvoorbeeld aan: plattegronden van het bedrijf/de vestiging, plattegronden van de locatie (met daarop aangegeven waar gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen of worden gebruikt) en processchema's.
Nadat een melding is gedaan zal deze op volledigheid worden beoordeeld door een inspecteur van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Als de melding wordt beoordeeld als onvolledig, zult u het verzoek krijgen om de ontbrekende gegevens aan te vullen. Als de melding wordt beoordeeld als volledig, ontvangt u hiervan schriftelijk een bevestiging.
Let op dat wanneer u niet langer ARIE-plichtig bent, u hiervan ook melding maakt. Zo voorkomt u dat u geregistreerd blijft staan als ARIE-plichtig bedrijf. Het melden verloopt op dezelfde wijze. Ook dan ontvangt u een schriftelijke bevestiging van ontvangst van uw melding.
eHerkenning
Het kan zijn dat uw eHerkenningaccount is verlopen en daardoor is geblokkeerd. Neem hiervoor contact op met uw eHerkenningsleverancier.
Een eHerkenningaccount is een persoonlijk account. Of u dit eHerkenningaccount mag delen staat in de voorwaarden van uw eHerkenningaccount-aanbieder. Hier kan de helpdesk van de Nederlandse Arbeidsinspectie verder geen uitspraak over doen.
Om bij de Nederlandse Arbeidsinspectie in te loggen is eHerkenning met betrouwbaarheidsniveau EH3 vereist.